De gerechtsdeurwaarders worden door de diverse parketten gelast met betekeningen van dagvaardingen en vonnissen in penale zaken.
Dit zijn eenmalige opdrachten waarin onze tussenkomst zich beperkt tot de loutere kennisgeving.
Zo u niet thuis is op het ogenblik dat de gerechtsdeurwaarder zich aanbiedt zal het voor u bestemde exploot in uw brievenbus worden gedeponeerd. Op de eerstvolgende werkdag stuurt de gerechtsdeurwaarder dan een bevestiging van dit deponeren. Zo u de akte niet heeft gevonden kan u dan nog gedurende 3 maanden op het kantoor een afschrift uithalen. Heeft u de akte wel gevonden dan is het uiteraard niet nodig dat u zich voor afhaling van een bijkomend afschrift aanbiedt.
Het heeft geen zin om op het ogenblik van de dagvaarding aan de gerechtsdeurwaarder uw argumentatie te bezorgen. Ook kan in dit stadium een betaling van een eventuele eerder voorgestelde boete niet of niet meer beletten dat de zaak voor de rechter wordt gebracht.
Wanneer geen gevolg wordt gegeven aan de dagvaarding, m.a.w. wanneer u niet verschijnt of zich niet door een advocaat laat vertegenwoordigen op de zitting waartoe u bent gedagvaard, zal de rechtbank een verstekvonnis uitspreken.
Indien u is veroordeeld tot een geldboete zal een uitnodiging tot betaling u later door het ministerie van financiën worden opgestuurd.
Tegen een veroordeling bij verstek kan verzet aangetekend worden. U kan m.a.w. de rechtbank, die tegen u een vonnis uitgesproken heeft, nog verzoeken de zaak opnieuw te behartigen, doch dan is persoonlijke verschijning of vertegenwoordiging door een advocaat een absolute must.
Wanneer u wenst verzet aan te tekenen dan dient u dit onmiddellijk na de kennisgeving te doen gezien de korte termijnen die door de wetgever werden opgelegd.
Hieronder volgt nog enige toelichting betreffende de rechten van de persoon die in België bij verstek veroordeeld werd.
U werd bij verstek veroordeeld:
België huldigt het recht op een tegensprekelijk strafproces. Een beklaagde die behoorlijk werd opgeroepen maar niet zelf of vertegenwoordigd door zijn raadsman is verschenen, kan echter in zijn afwezigheid veroordeeld worden (“bij verstek”).
Tegen een veroordeling bij verstek kan verzet aangetekend worden:
Het verzet is een rechtsmiddel waardoor aan een partij, ten aanzien van dewelke door een vonnisgerecht in eerste aanleg of in graad van hoger beroep uitspraak werd gedaan bij verstek, de mogelijkheid geboden wordt om de zaak opnieuw aanhangig te maken bij het vonnisgerecht dat uitspraak deed, teneinde de beslissing te horen intrekken en de zaak andermaal, na een tegensprekelijk debat, te doen beoordelen.
Indien een partij na het instellen van verzet opnieuw verstek laat gaan kan zij geen verzet meer instellen tegen deze beslissing – er kan immers geen tweede maal verzet aangetekend worden in dezelfde aanleg.
De wettelijke bepalingen over het verzet in strafzaken zijn terug te vinden in het Wetboek van Strafvordering (art. 151 voor politiezaken, art. 186-188 voor correctionele zaken en art. 208 voor zaken in hoger beroep).
Vormvoorschriften
Het verzet dient te gebeuren door middel van een betekening per gerechtsdeurwaarderexploot dat, op verzoek van de veroordeelde of zijn advocaat, binnen de verzetstermijn moet betekend worden aan het openbaar ministerie (dit is, naar gelang, de procureur des Konings, de federale procureur, de arbeidsauditeur of de procureur-generaal) bij de rechtbank of bij het hof van beroep waar de veroordeling bij verstek werd uitgesproken.
Elke akte van verzet moet gesteld zijn in de taal van het bij verstek gewezen vonnis of arrest.
In België kan tegen de strafrechtelijke veroordeling tevens verzet worden aangetekend bij verklaring aan de directeur van de strafinrichting of aan diens afgevaardigde, wanneer de verzet doende gedetineerde niet over het vereiste bedrag beschikt om de kosten van de deurwaardersakte te dekken (KB 20 januari 1936).
Termijnen
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de gewone en de buitengewone termijn om verzet aan te tekenen, afhankelijk van het geval of het verstekvonnis of -arrest al dan niet aan de beklaagde in persoon kon worden betekend.
a) Gewone verzetstermijn (art. 187 al. 1 Sv.)
De gewone termijn om verzet aan te tekenen verstrijkt 15 dagen na de regelmatige betekening van het verstekvonnis of -arrest, ongeacht of die betekening aan persoon gebeurde of aan de woon- of verblijfplaats of zelfs “aan onbekende woonst”. Of de betekende in feite kennis kreeg van de beslissing of van de betekening ervan heeft in dit geval geen belang.
De dag van de betekening is niet in de termijn begrepen.
Een buiten termijn aangetekend verzet is onontvankelijk.
Opgelet, indien het verzet niet is betekend binnen een termijn van vijftien dagen na de betekening van het vonnis of arrest, kunnen de veroordelingen ten uitvoer worden gelegd!
b) Buitengewone verzetstermijn (art. 187 al. 2 Sv.)
Als de bij verstek genomen beslissing niet aan persoon betekend werd, beschikt de beklaagde over een bijkomende termijn om verzet aan te tekenen.
Deze termijn bedraagt 15 dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen.
Om tegemoet te komen aan de rechten van personen die verzet willen aantekenen binnen de buitengewone termijn en die zich in het buitenland in hechtenis bevinden werd art. 187, al 2 Sv als volgt gewijzigd:
“Is de betekening van het vonnis niet aan de beklaagde in persoon gedaan, dan kan deze, wat de veroordelingen tot straf betreft, in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen. Indien hij hiervan kennis heeft gekregen door de betekening van een Europees aanhoudingsbevel of een uitleveringsverzoek of indien de lopende termijn van vijftien dagen nog niet verstreken was op het ogenblik van zijn aanhouding in het buitenland, kan hij in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij
werd overgeleverd of in het buitenland terug in vrijheid werd gesteld. Indien het niet blijkt dat hij kennis heeft gekregen van de betekening, kan de beklaagde in verzet komen totdat de termijnen van verjaring van de straf verstreken zijn. Wat de burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot de tenuitvoerlegging van het vonnis.”
Wanneer de veroordeelde derhalve kennis krijgt van de betekening van het verstekvonnis via de betekening van een Europees aanhoudingsbevel of een uitleveringsverzoek, start de termijn om verzet aan te tekenen op de dag na zijn uitlevering aan België of zijn vrijlating in het buitenland. Ook de beklaagde die kennis heeft gekregen van de betekening, maar in het buitenland werd aangehouden nog voor de lopende verzetstermijn van 15 dagen voorbij was, heeft recht op een nieuwe verzetstermijn van 15 dagen na zijn uitlevering.
Indien de beslissing bij verstek niet aan persoon kon worden betekend en de betrokkene zich in het buitenland bevindt, wordt de buitengewone termijn verlengd ingevolge artikel 3 van het Koninklijk Besluit nr. 301 van 30 maart 1936, overeenkomstig artikel 55 van het Gerechtelijk Wetboek.
De verlenging bedraagt 15 dagen wanneer de partij in een aan België grenzend land of in het Verenigd Koninkrijk verblijft, 30 dagen wanneer ze in een ander land van Europa verblijft en 80 dagen wanneer zij in een ander werelddeel verblijft.
Indien het niet blijkt dat de beklaagde kennis heeft gekregen van de betekening, kan de beklaagde in verzet komen totdat de termijnen van verjaring van de straf verstreken zijn. Wat de burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot de tenuitvoerlegging van het vonnis. Aan die regels is niets gewijzigd.
b.1 Aanvangspunt buitengewone termijn
De buitengewone termijn wordt gerekend vanaf de dag die volgt op de dag waarop de veroordeelde kennis heeft gekregen van de betekening van het verstekvonnis of -arrest. De termijn gaat slechts in wanneer de beslissing regelmatig betekend werd.
De betekening, ook in strafzaken, wordt geregeld door de bepalingen van hoofdstuk VII van het eerste deel van het Gerechtelijk Wetboek. Overeenkomstig de artikelen 33 tot 45 moet de betekening van het verstekvonnis of -arrest gebeuren door middel van een exploot waarvan het afschrift door de optredende gerechtsdeurwaarder ondertekend is.
Beoordeling regelmatigheid
De regelmatigheid van het verzet moet worden beoordeeld door de rechter voor wie het verzet gebracht wordt.
Tegen een veroordeling bij verstek kan hoger beroep aangetekend worden
Volledigheidshalve wordt vermeld dat de bij verstek veroordeelde beklaagde ook kan kiezen om tegen het in eerste aanleg gewezen verstekvonnis dadelijk hoger beroep in te stellen. Het hoger beroep moet ingevolge artikel 203, § 1 van het Wetboek van strafvordering worden ingesteld binnen de 15 dagen na de betekening van het vonnis aan de beklaagde.
Aangaande het hoger beroep tegen verstekvonnissen dient te worden opgemerkt dat er geen “buitengewone termijn van hoger beroep” bestaat. De termijn van 15 dagen neemt aanvang bij de betekening van het verstekvonnis, ongeacht of de betekening gebeurde aan de beklaagde persoonlijk of aan zijn woonplaats.
[1] Artikel 187, alinea 2 wetboek van strafvordering werd vervangen door artikel 7 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie II (Belgisch Staatsblad 15 januari 2010 en inwerkingtreding op 25 januari 2010).
[2] Ook de politieambtenaren, de directeurs van de penitentiaire inrichtingen en de vertegenwoordigers van de directeurs van de penitentiaire inrichtingen , kunnen, net als de gerechtsdeurwaarders, maar zonder kosten, door het openbaar ministerie worden belast met de betekening of kennisgeving van alle gerechtelijke akten in strafzaken overeenkomstig artikel 645 van het Wetboek van strafvordering.